Franciscusschool
De geschiedenis van schaakvereniging Leudal (SVL) voert terug naar de Franciscusschool in Haelen. Onderwijzer en schaakliefhebber Jos Jeukendrup wilde het schaken invoeren op zijn school. Hij gaf de leerlingen de gelegenheid om na schooltijd te leren schaken. Het was ook Jos Jeukendrup van wie Theo Daamen het schaken leerde.
Landskampioen
Van schaken in verenigingsverband was toen nog geen sprake. Het schaken speelde zich alleen nog in schoolverband af. De Haelense school ging meedoen aan schoolschaakwedstrijden en kampioenschappen in Limburg. Niet zonder succes. Na de Limburgse titel werd in 1976 zelfs het kampioenschap van Nederland voor ‘lagere’ (zoals ze in die tijd nog heetten) scholen veroverd. De spelers destijds: Anton Peeters, Christof Brabander, Peter Hendriks, Frank Heijkers en Theo Berben. En toen zat men eigenlijk met het probleem dat men veel sterke jeugdspelers had, maar nog geen vereniging, dus vroeg men zich af ‘wat te doen’?
Eerste bestuur
Wijlen Fons Peeters zei op een gegeven moment dat hij bereid was bestuurslid te worden en hij haalde Jeukendrup over om voorzitter te worden, terwijl Theo Daamen zich liet strikken als secretaris. Er werden nog twee personen bij gezocht – en gevonden: Giel Korsten als penningmeester en Jac Willems als wedstrijdleider. Dit vijftal vormde het eerste bestuur van de vereniging, die officieel werd opgericht op 31 augustus 1976. De eerste bijeenkomst was een dinsdag. Er waren al meteen een stuk of dertig mensen die zich als lid aanmeldden. Geld was er nog niet. Schaakstukken en borden ook niet. Omdat die wel op de school aanwezig waren, reed Theo Daamen voor het begin van elke clubavond even naar school, laadde zijn wagen vol met stukken en borden en zette de zaak gereed voor de clubspelers. Na ongeveer een jaar kreeg SVL eigen materiaal.
Grootste vereniging
In 1978 gingen vier leden, Jos Jeukendrup, Theo Daamen, Cees Hilhorst en Luud Heijmans, een cursus schaakleraar volgen bij de bekende instructeur Harrie Engel. Ze slaagden alle vier. Dat was belangrijk voor de vereniging, die vanaf dat moment over het kader beschikte om instructie te gaan verzorgen. Het gaf ook meteen het ledenaantal een verdere duw in de goede richting. SVL stootte door naar een aantal van tachtig leden en dat steeg in de jaren tachtig naar grote hoogten. Op het hoogste punt stond SVL op …. 160 leden (!), een voor Limburgse begrippen onwaarschijnlijk hoog aantal. Overigens is SVL nog steeds een vereniging met veel leden. Ze komen uit de hele regio Midden-Limburg.
Successen
SVL is nooit een sterke vereniging geweest met grote successen. Toch slaagde SVL erin om in het seizoen 2013-2014 kampioen te worden in de promotieklasse en zodoende promotie af te dwingen naar de landelijke 3e klasse KNSB. Helaas heeft dit avontuur in de KNSB slechts 1 jaar mogen duren.
Club van het jaar.
Ook presteerde SVL het om maar liefst twee maal club van het jaar van de LiSB te worden. Om deze prijs te winnen moet je als vereniging echt iets bijzonders presteren en met kop en schouders boven de andere verenigingen uitsteken. In 2002 en in 2008 behaalde SVL dank zij haar geweldige sportieve prestaties en vele activiteiten die ze organiseert, bij zowel senioren als ook jeugd, deze ere-titel.
SVL heeft zich in al die jaren meer in de breedte geprofileerd met de jeugd. Jeugdspelers die uitgegroeid zijn tot bekende schakers in Limburg, zijn bijvoorbeeld Frank Wuts, Hélène Wuts, Ivan Utama en Ruud van Meegen. Zoals zo veel Limburgse verenigingen was het voor SVL onmogelijk om talentvolle jonge spelers in de eigen gelederen te houden. Veel jongeren die afstuderen, gaan naar universiteiten en zijn dan verloren voor het schaken in de regio.
Veel inzet van leden
Hoe is SVL er in geslaagd zoveel leden aan zich te binden? Bij de volwassenen is er een harde kern waar slechts weinig spelers van af vallen. Bij de jeugd kan men het goed volhouden door de enorme activiteit van de huidige jeugdinstructeurs. Men heeft een goed kader en maakt bovendien enorme propaganda in de bladen in de regio. Ook wordt er voor elk seizoen reclame op de scholen gemaakt en meldt men dat er weer een nieuwe schaakcursus van start gaat. De kinderen hoeven niet direct lid te worden. Ze kunnen pakweg vijf weken meedoen en hoeven pas dan te beslissen of ze al dan niet lid willen worden. Alle leden worden aangemeld bij de schaakbond. Dat is een goede zaak, want met des te meer leden je bent, des te meer schouders de bond dan dragen. De kosten worden dan door meer mensen gedragen. Behalve dat SVL veel instructeurs heeft, is er een groot bestuur van vier personen onder leiding van voorzitter Peter Sonnemans, SVL heeft voldoende mensen die zich willen inzetten voor de vereniging en dat is heel belangrijk.
Theo Daamen en Hans Kivits zijn in respectievelijk 2001 en 2015 benoemd als ere-voorzitter.
Goede eigenschappen
SVL weet met veel leerkrachten binnen haar kader als geen ander dat het schaken veel goede eigenschappen in zich heeft. De scholen weten ook dat schaken een sport is waarbij men denkprocessen op gang brengt. Het is een denken, dat eigenlijk een stimulans is om inzicht te verwerven in bepaalde strategieën, in combinaties. Bovendien: als je verliest is het je eigen fout. Je leert incasseren. Je leert verliezen. Het enige dat bij schaken ontbreekt is het communiceren, alhoewel spelers in feite toch communiceren maar dan op een andere manier en er natuurlijk wel degelijk sociaal contact is. Kinderen kunnen in z’n algemeenheid niet lang stil zijn. Schaken stimuleert hen daar enorm in. Want als jij tijdens de partij met andere dingen bezig bent gaat het mis en dus moet je je wel concentreren en stilzitten. Wie lang met schaken bezig kan zijn, kan dat op school in de gewone lessen ook. Trouwens, weet je wat ook zo mooi is aan schaken? Dat je het kunt doen met vader, moeder of opa. In misschien wel geen enkele andere sport is het mogelijk dat mensen met zo’n groot leeftijdsverschil het samen kunnen doen.
Drempel
SVL vindt het wel jammer dat veel mensen een drempel hebben om naar een schaakvereniging te gaan. Dat zijn mensen die wel kunnen schaken, maar die er – onterecht – van uit gaan dat ze niet goed genoeg zijn voor een vereniging. Ze denken dat in een club mensen zitten met dusdanige kwaliteiten dat ze als nieuweling klappen krijgen. Jammer, want ook voor lage niveaus is het leuk en ook op lager niveau zijn er genoeg mensen om tegen elkaar te schaken.